Lezen uit nieuwsgierigheid
Hoe je kinderboeken in je onderwijs integreert
heeft jarenlang als bovenbouwlerares voor de klas gestaan, werkt nu als onderwijskundig adviseur en is oprichter van de website
Leesbevordering indeklas.nl.
Het leesonderwijs moet beter! Steeds meer jongeren zijn laaggeletterd en hebben ‘geen interesse’ om te lezen. Dus hoe prikkel je ze? Het antwoord: door boeken op verschillende momenten in je onderwijs terug te laten komen.
Afgelopen najaar zaten drie jonge bekende Nederlanders en vier middelbare scholieren in de talkshow M om te praten over de leesbevorderingscampagne De Weddenschap. Het was niet direct om vrolijk van te worden: de scholieren hadden geen idee waarom ze zouden gaan lézen (het woord werd nog net niet uitgespuugd) en influencer Famke Louise gaf aan dat ze zelf eigenlijk ook niet van lezen hield. Toch had zij drie boeken uitgekozen – in De Weddenschap ga je de uitdaging aan om in een half jaar drie boeken te lezen – al viel daarbij op dat ze niet zo goed wist wat ze ervan kon verwachten. Ze leek het meest enthousiast over de biografie van Abdelhak Nouri, want die leek haar wel interessant.
Benut de kracht van kinderboeken
Hier valt een belangrijke les uit te halen: om kinderen en jongeren te motiveren om te gaan lezen, moeten ze inzien waaróm ze dat zouden willen
doen. Alex Boogers omschrijft dat heel mooi in zijn boek Lang leve de lezer (2018): ‘Onverschilligheid is in de meeste gevallen onvoorstelbaarheid.
Wat je je niet kunt voorstellen, wat je je niet kunt verbeelden, daar geef je niets om.’ Het is dus noodzakelijk dat onwillige lezers gaan ervaren dat het lezen van boeken ze iets kan geven. Dat ze merken dat een boek een bepaalde nieuwsgierigheid kan bevredigen of dat ze er iets van leren. Daar kun jij als leraar bij helpen: door veel kinderboeken aan te reiken in de klas.
Kinderboeken kunnen bovendien meer dan alleen informatie overbrengen. Als je Kruistocht in spijkerbroek van Thea Beckman hebt gelezen, zul
je nooit meer vergeten dat er in de middeleeuwen kinderkruistochten werden gehouden. Als je De Gorgels en het geheim van de gletsjer van Jochem Myjer voorgelezen krijgt, weet je niet alleen hoe de Alpen eruitzien, maar ga je de bergen ook associëren met spannende avonturen. Nadat je Wonderbos van Medy Oberendorff en Jan Paul Schutten hebt bewonderd, zul je nooit meer hetzelfde naar paddenstoelen kijken. Kortom: kinderboeken brengen de wereld om ons heen tot leven op een manier die een korte informatieve tekst niet snel voor elkaar krijgt.
Kinderboeken bij de methodeles
Als je meer kinderboeken wilt gaan inzetten in je onderwijs, is het niet nodig om direct je hele manier van lesgeven om te gooien. Een eerste
stap kan zijn dat je kinderboeken gaat koppelen aan je methodelessen. Je kunt een fragment uit een kinderboek gebruiken als pakkende binnenkomer of zelfs als interessante lesstof. Een verhalend stukje tekst of een smeuïg geschreven stuk non-fictie kan je les enorm verlevendigen.
Start de les bijvoorbeeld met het gedicht De oryx uit de bundel Laat een boodschap achter in het zand (Bibi Dumon Tak & Annemarie van Haeringen,
2018) als je het wilt gaan hebben over het uitsterven van diersoorten. Gaat de les over kinderarbeid in de tijd van burgers en stoommachines?
Laat kinderen dan voelen hoe het moet zijn geweest om een levende schoorsteenveger te zijn, door een klein stukje voor te lezen uit het boek De veger (Jonathan Auxier, 2019). En in een techniekles over materialen kun je kinderen verwonderen met het hoofdstuk Waarom een pen een wonder is uit het boek Waarom jij van sterrenstof bent (Esther Walraven, 2020). Indirect ben je dan ook nog eens bezig met boekpromotie, want de kans is groot dat kinderen na zo’n fragment het complete boek willen lezen. Boeken kun je ook promoten, zonder dat je fragmenten voorleest tijdens de les. Het simpelweg aanreiken van een lijstje met boekentips aan het einde van de les kan kinderen enorm motiveren om deze kinderboeken te gaan lezen. Vertel kort en enthousiast over de boeken en laat je niet tegenhouden als de boeken niet op school aanwezig zijn. Zo’n boekenlijstje vormt een mooie stimulans voor kinderen (en hun ouders) om een bezoek te brengen aan de bibliotheek of de boekhandel. Vooral ouders die weinig van
kinderboeken weten, help je hiermee. Zo vertelde ik eens over De Zweetvoetenman van Annet Huizing en Margot Westermann (2017) en een
week later hadden maar liefst drie kinderen het boek op hun tafel liggen.
Kinderboeken bij een thema
Werk je niet met een zaakvakmethode, maar met thematische projecten? Dan heb je helemaal veel mogelijkheden om gebruik te maken van kinderboeken. Om de leesvaardigheid te vergroten, is het nodig om leeskilometers te maken. Waarom zou je dat niet doen binnen je project? Het lezen van kinderboeken wordt dan onderdeel van je wereldoriëntatie-onderwijs. De kinderen zijn vrij om te kiezen welk boek ze lezen, maar wel binnen een thematisch beperkt aanbod. Vanzelfsprekend heb je daar veel aantrekkelijke kinderboeken voor nodig. Belangrijk is dat je rekening houdt met diverse voorkeuren van kinderen. Zorg dus voor fictie én non-fictie, kies boeken met verschillende leesniveaus en maak een goede combinatie van rijke teksten en aantrekkelijke kijk- en bladerboeken. Met die laatste boeken kunnen kinderen weliswaar niet zoveel leeskilometers maken, maar dit soort boeken kan – vooral bij de minder enthousiaste lezers – net dat belangrijke zetje geven om aansluitend te kiezen voor een complexer boek met een verhalende tekst.
Om te controleren of je voldoende afwisseling in je aanbod hebt, kun je de tien leestypetjes op Leesbevorderingindeklas.nl gebruiken (leesbevorderingindeklas.nl/tiplijsten). Heb je voor ieder leestype een geschikt boek? Door je bewust te zijn van de verschillende typen lezers in je klas, zul je merken dat je wellicht andere keuzes maakt bij je boekenselectie.
Hoe kom je aan geschikte boeken?
Je hoeft geen gigantische boekenkennis te hebben om kinderboeken te kunnen koppelen aan zaakvakken of thema’s. Op de websites leesbevorderingindeklas.nl, jeugdbibliotheek.nl of canonvannederland.nl vind je gemakkelijk welke boeken je kunt gebruiken bij de vakken
geschiedenis, aardrijkskunde of natuur. Leesbevorderingindeklas.nl is zelfs met dit doel opgericht en geeft tips voor geschikte voorleesfragmenten.
Wees niet bang om uit te spreken dat je de kinderboeken die je laat zien zelf ook nog niet (helemaal) kent. Sommige kinderen zullen zelfs extra gemotiveerd raken als je hun vraagt het boek te lezen en aan jou te vertellen wat ze ervan vonden. Zie het als een gezamenlijke ontdekkingstocht
met je klas! Het verzamelen van boeken over een thema kan wel een behoorlijk lastige en vooral tijdrovende klus zijn. Schroom niet om kinderen en ouders hierbij te betrekken. Ook bibliotheekmedewerkers of de leesconsulenten van de Bibliotheek op School kunnen je helpen bij het samenstellen
van een thematisch boekenpakket. Als jouw school werkt met een projectmethode zoals DaVinci, Leskracht, Blink Wereld of TopOntdekkers, dan kun je gebruik maken van Themaplein.nl. Via deze website kun je kant-enklare boekenpakketten huren of kopen die precies
aansluiten bij de verschillende thema’s. De boekenpakketten worden namelijk in samenwerking met de uitgevers van de genoemde projectmethodes
samengesteld. Bijkomend voordeel is dat een groot deel van de boeken ook digitaal beschikbaar is; handig voor op het digibord of bij het gebruik van tablets.
Het belang van voorlezen
Een zeer krachtige vorm van leesbevordering is het volledig voorlezen van een boek, ook in de bovenbouw. Het voorlezen moet je dan niet zien
als gezellig tussendoortje, maar als belangrijke lestijd. Door een boek voor te lezen, maak je het toegankelijk voor élk kind in je klas, ook voor de
zwakkere lezers. Maak je na het voorlezen ook nog tijd om over het boek te praten, dan komt het verhaal nog meer tot leven en vergroot je het
begrip. Anneke Smits en Erna van Koeven stellen zelfs in hun boek Rijke taal – Taaldidactiek voor het basisonderwijs (2020): “We zien in het onderwijs voorlezen en lezen nog steeds wel als leuk voor ‘erbij’. Misschien moeten we gaan beseffen dat rijke teksten en boeken (fictie en non-fictie) de basis van het taal- en leesonderwijs vormen en wellicht ook van het zaakvakonderwijs.”
Voorlezen is bovendien heel goed voor de leesmotivatie. Je ziet vaak dat kinderen meer boeken gaan lezen van de schrijver waar je iets van voorleest. Sterker nog: sommige kinderen gaan zelfs hetzelfde boek (zelfstandig) lezen. Jouw voorlezen werkt dan als een soort pre-teaching
en maakt het zelfstandig lezen een stuk laagdrempeliger. Welk boek je als voorleesboek kiest, hangt van je doel af. Wil je de kinderen meenemen in een bijzonder verhaal, wil je een nieuwe schrijver introduceren of sluit je aan bij een project waar je mee bezig bent in de klas? Besef hoeveel invloed je kunt hebben met jouw keuze. Een voorleesboek kan zelfs de basis vormen voor je lessen. Zo is het indrukwekkende De zee kwam door de
brievenbus (Selma Noort, 2015) een voorbeeld van een boek dat je uitstekend als complete ‘lesstof’ kunt gebruiken. Het vertelt kinderen precies
wat er gebeurde tijdens de Watersnoodramp in 1953. Als je dit boek voorleest, heb je geen methode meer nodig. Ook een fantasierijk boek als Een jonge prins in het Oude Egypte (Dummie de Mummie deel 0, Tosca Menten, 2020) kan perfect worden gebruikt als basis voor een project. In het boek komen heel veel interessante elementen aan bod, die aanleiding voor een les kunnen zijn. Zo gaat het verhaal over de waterstand van de Nijl; daar kun je op inhaken met een les over de voor- en nadelen van overstromingen. Heb je net het hoofdstuk over de zonnegod voorgelezen, dan kun je de kinderen vervolgens laten uitzoeken welke Egyptische goden er nog meer waren. Er is zelfs een complete lesbrief bij het boek beschikbaar, waar je allerlei lesideeën uit kunt halen (https://toscamenten. nl/voor-juffen-en-meesters/). Steeds meer uitgeverijen maken lesbrieven bij hun boeken, die ze publiceren op hun websites.
Nog een voorbeeld: Het boek Julia’s reis (Finn Zetterholm, 2010) kun je zelfs gebruiken om een compleet vak aan op te hangen: kunstbeschouwing.
In dit jeugdboek reist Julia namelijk via schilderijen door de tijd en bezoekt ze allerlei kunstenaars, zoals Rembrandt, Leonardo da Vinci en Dalí. Door het verhaal komen zowel de geschiedenis als de schilderijen mooi tot leven. Tegelijkertijd wordt het verhaal interessanter als je samen met je klas de kunstwerken bekijkt en bespreekt. Goed voor de leesmotivatie, maar je zult ook merken dat kinderen daardoor veel bewuster naar kunst gaan kijken – niet alleen in de klas, maar ook daarbuiten.
Tot slot
Er zijn nog veel meer mogelijkheden om met kinderboeken in de klas aan de slag te gaan. Het belangrijkste is om er - stapsgewijs – gewoon mee
te beginnen. Niet alleen werk je op die manier op een vernieuwende manier aan je leesonderwijs, maar je zult ook merken hoeveel plezier het jou
en de kinderen zal brengen om de rijke wereld van de kinderboeken te ontdekken!
Het leesonderwijs moet beter! Steeds meer jongeren zijn laaggeletterd en hebben ‘geen interesse’ om te lezen. Dus hoe prikkel je ze? Het antwoord: door boeken op verschillende momenten in je onderwijs terug te laten komen. Zo kunnen fragmenten uit zowel verhalende als informatieve boeken, maar ook gedichten, betrokkenheid bij de inhoud van thema’s uit andere vakken oproepen en versterken.
Meer lezen / Handige websites
Iedereen Leest verzamelde op haar website les- en verwerkingstips bij boeken en gedichten: https://www.iedereenleest.be/over-lezen/.
Scholen die helemaal willen overstappen op thematisch lezen, kunnen gebruikmaken van de aanpak FOCUS op begrip. Deze aanpak wordt
uitgelegd op de website geletterdheidenschoolsucces.blogspot.nl en in het boek Rijke taal (Smits & Van Koeven, 2020).
Bronnen
- Boogers, A. (2018). Lang leve de lezer. Amsterdam: Uitgeverij Podium.
- Koeven, E. van, & Smits, A. (2020). Rijke taal. Amsterdam: Boom Uitgevers Amsterdam.
- Fragment M over De Weddenschap: https://www.npostart.nl/famke-louise-de-komende-maanden-in-de-boeken-deze-drie-gaat-ze-verslinden/26-10-2020/POMS_KN_16331434